Sunday, September 13, 2015

Een ontoereikend zuurstofaanbod heeft bijgedragen tot de doodsoorzaak - vervolg



Astmapatiënten die eenmaal geïntubeerd moesten worden tijdens een zware astma-aanval, lopen een groot risico op herhaaldelijke aanvallen die levensbedreigend zijn of zelfs dodelijk. Dit genomen bij het feit dat de meeste dodelijke slachtoffers van astma vallen in de thuissituatie, maakt duidelijk dat het aan te bevelen is dat patiënten met een ernstige vorm van astma zich thuis kunnen helpen door toediening van extra zuurstof tijdens zo’n aanval.

In het Verenigd Koninkrijk sterven jaarlijks 1600 volwassenen en 20 kinderen aan de gevolgen van een acute astma-aanval. Veel van deze levens kunnen gered worden door simpelweg snel toedienen van pure zuurstof. Desalniettemin krijgen veel van deze astmapatiënten te horen van hun arts of andere medische hulpverleners dat ze niet aan de voorwaarden voldoen om thuis een zuurstofcilinder te krijgen. Dat terwijl op vele eerste hulpposten zelfs geen zuurstofcilinders aanwezig zijn voor acute hulp op dit gebied.
Onderzoek geplubliceerd in het British Medical Journal stelt dat:
‘Het niet of ontoereikend toedienen van zuurstof heeft in belangrijke mate bijgedragen tot de dood van de patiënt tijdens of na een zware astma-aanval’. Het onderzoek geeft aan dat patiënten met zware astma zouden moeten worden voorzien van een zuurstofcilinder thuis voor noodgevallen en zegt:
‘Een belangrijk gegeven is dat astmapatiënten nog steeds sterven tijdens een acute aanval – en het gebruik van zuurstof…. in de eerstelijnszorg is verstandig en kan levensreddend zijn.’
Dit onderzoek wordt gesteund door de richtlijnen van de British Thoracic Society, die adviseert dat zuurstof het eerste redmiddel is voor mensen met een ernstige acute astma-aanval. Astmapatiënten voelen zich veiliger bij de wetenschap dat zuurstof indien nodig direct voorhanden is. Niet alleen omdat het hun leven kan redden, maar ook omdat de ernst van de aanval door minder stress en angstgevoelens afneemt en een snelle en adequate behandeling de aanval zelfs helemaal kan stoppen.
Een astma-aanval kan plotseling beginnen met piepen, hoesten en kortademigheid of soms heel geleidelijk op gang komen met zich langzaam verergerende symptomen. In beide gevallen zijn kortademigheid, hoesten of druk op de borst voor de meeste astmapatiënten de eerste signalen voor een opkomende aanval. Zo’n aanval kan binnen enkele minuten voorbij zijn, maar kan ook uren of soms zelfs dagen duren. Een kenmerkend voortijdig symptoom is, vooral bij kinderen, jeuk op de borst of in de hals. In andere gevallen is een droge hoest het enige symptoom, hetzij ’s nachts hetzij juist bij inspanning.
De grote benauwdheid tijdens een astma-aanval kan hevige angstgevoelens veroorzaken. Instinctief wordt een rechtop zittende of voorover leunende houding aangenomen, waarbij hals- en borstspieren worden gebruikt om de ademhaling te ondersteunen. Dit biedt echter maar weinig soelaas, de patiënt hapt nog steeds naar lucht. Een normale reactie op alle inspanning en angst is heftige transpiratie en een versnelde hartslag, waardoor de patiënt een kloppend gevoel in de borst kan krijgen.
Maar niet alleen voor de patiënt zelf, ook voor zijn omgeving kan een astma-aanval zeer beangstigend zijn. Zelfs lichte aanvallen kunnen paniek veroorzaken, waardoor de symptomen alleen maar ernstiger worden. Ontaardt dit in een ernstige astma-aanval, dan ontstaat een levensbedreigende noodsituatie die onmiddellijke professionele medische hulp behoeft. Indien snelle en adequate behandeling uitblijft, kan zo’n ernstige astma-aanval zelfs tot de dood leiden.
Tijdens een zware aanval kan de patiënt nauwelijks nog een woord uitbrengen omdat de adem hem ontnomen is. Als ook het piepen vermindert, betekent dat, dat er nog maar weinig lucht in en uit de longen stroomt. Verwarring, lethargie en een blauwige huidskleur zijn dan de tekenen dat de patiënt een ernstig zuurstofgebrek heeft, noodhulp is dan beslist noodzakelijk. Indien deze tijdig gegeven kan worden, knapt de patiënt gewoonlijk snel weer op en herstelt volledig, ook na een zware astma-aanval. Sporadisch komt het voor dat aanvallen zich in zo’n snel tempo opvolgen, dat de patiënt het bewustzijn verliest en zichzelf niet meer de noodzakelijke behandeling kan geven. Het bij zich dragen van een medische armband en een mobiele telefoon met daarin de relevante noodnummers voor medische assistentie kan voor zulke patiënten levensreddend zijn. Onderzoek heeft een sterk verband tussen stress en astmasymptomen aangetoond. Veel deskundigen bevelen daarom aan voor een betere behandeling, waarin ook training in het vergroten van het zelfvertrouwen en de algehele conditie worden opgenomen, omdat dit kan bijdragen aan het verhogen van de kwaliteit van leven van astmapatiënten. De directe band tussen stress en astma wordt duidelijk als men de mogelijke consequenties van onbehandelde astma-aanvallen in ogenschouw neemt.
Een lichte astma-aanval kan meestal zeer goed door de patiënt zelf bedwongen worden zonder tussenkomst van medische hulpverleners. Een inhalator met een kortwerkende bètablokker als albuterol, frisse buitenlucht, weg van sigarettenrook en andere luchtvervuilers, en rust zijn de meest adequate middelen in zo´n geval en zal in de meeste gevallen de aanval tot bedaren brengen.
Een zware astma-aanval behoeft vaak specialistische hulp. Bij een noodhulpdienst zullen artsen in hoge frequentie of soms zelfs continu bètablokkers toedienen, indien mogelijk via inhalatie. Soms is een combinatie met anticholinergica noodzakelijk. Daarbij wordt ook altijd onmiddellijk extra zuurstof toegediend om het zuurstofgehalte in het bloed weer op peil te brengen.
Astmapatiënten die ooit op deze manier behandeld zijn, al is het maar één keer, hebben een verhoogd risico op herhaling van dergelijke zware en levensbedreigende aanvallen. Aangezien de meeste hiervan gewoon in de thuissituatie plaatsvinden, waar dan ook de meeste dodelijke slachtoffers als gevolg van zo’n aanval vallen, is het sterk aan te bevelen dat patiënten met zware astma altijd zuurstof in huis hebben. Zo kunnen zij zichzelf bij een opkomende zware aanval meteen al extra zuurstof geven, om de aanval te bedwingen of in het uiterste geval ervoor te zorgen dat de professionele hulp niet te laat komt.